Scheppende kunst

Wanneer je als zelfstandig ondernemer aan de slag gaat, is het inschrijven bij de Kamer van Koophandel een bijzonder moment. Daarmee krijgt je bedrijf immers een officiële status, wordt er een KvK-nummer toegekend en, via de Belastingdienst, een btw-nummer verstrekt. Tot zover klinkt alles nog volstrekt logisch. Anders wordt het wanneer de activiteiten die je wilt gaan ontplooien ondergebracht moeten worden in één van de bestaande categorieën in het KVK-systeem …

‘Ja, en dan moeten we nu de SBI-code voor uw activiteiten invoeren’.  Medewerkster Petra van de Bossche vestiging van de Kamer van Koophandel keek me doordringend aan. En daar zat ik dan, overgeleverd aan de verdeling die ooit door iemand (‘Wie?’, schreeuwde het in mijn hoofd) moet zijn bedacht. Want mijn suggestie ‘Journalist/tekstschrijver en presentator/dagvoorzitter’ bleek, om het in Lingo-termen te zeggen ‘niet op de kaart te staan’. Zelfs de halvering van mijn beoogde activiteiten tot ‘Journalist en presentator’ leverde geen hits op, hoe nijver Petra ook haar toetsenbord beroerde. En dus moest er een andere oplossing komen.

Het inkloppen van het zoekwoord ‘schrijven’ bracht uiteindelijk SBI-code 9003 op het beeldscherm. De titel van die categorie luidt voluit: Schrijven en overige scheppende kunst … Dat moest ik even op me in laten werken. Scheppende kunst, zo had ik mijn epistels eigenlijk nog nooit bekeken. Klonk al met al nog niet zo slecht … Scheppende kunst. Moest ik dan nu al mijn kakelverse visitekaartjes laten uitbreiden met de toevoeging: scheppend kunstenaar? Bij ‘scheppend’ heb ik eigenlijk nooit veel verder gedacht dan mijn kinderen, jaren terug in de zandbak in onze achtertuin.

Nog veel bonter maakte het archief der SBI-codes het echter toen we probeerden een rubriek te vinden voor mijn activiteiten als presentator. Daarvoor bleek code 90011 dé vlag te zijn die de lading dekte … Alhoewel: voor mijn gevoel kwam die vlag niet eens in de buurt van de lading. ‘Beoefening van een podiumkunst’, dat was de rubriek die Petra met droge ogen aan me voorstelde. Wéér die kunst dus … Ja, ik sta wel eens op een podium. Maar ik zing niet, ik rap niet en als er om me gelachen wordt is dat allerminst vanwege mijn cabareteske kwaliteiten. Maar het was de best denkbare omschrijving.

Met een artistiek gevoel in mijn lijf reed ik terug naar huis. Ik mag me vanaf vandaag ‘scheppend kunstenaar’ en ‘beoefenaar van podiumkunst’ noemen. Je zou met minder genoegen nemen.