De beste wensen …

Het is 30 december, wanneer ik deze woorden zit te tikken. Bijna het eind van het jaar dus. En nét iets meer dan drie maanden ná de dag waarop mijn leven dit jaar even op zijn kop ging. Die heftige epileptische aanval van 29 september lijkt alweer zó lang geleden, maar de sporen ervan zijn – zij het licht – nog altijd voelbaar. Zo ben ik in mijn rechterarm, al die behandelingen van fysiotherapeute Laura ten spijt, nog altijd niet zo sterk als in mijn linker. En ik begin inmiddels zelfs al een beetje gewend te raken aan mijn positie in de auto: op de bijrijdersstoel, in plaats van achter het stuur. Daar valt prima mee te leven, maar ik zou het toch niet erg vinden als ik eind maart zélf weer zou mogen autorijden. Al is het maar omdat het leven als zelfstandig ondernemend mensch dan weer nét even makkelijker wordt, zonder al die tijdrovende verplaatsingen met het openbaar vervoer of met een goedwillende chauffeur of chauffeuse.

Een vast onderdeel van mijn dagritme is twee maal daags het slikken van een pilletje met een bijna onuitspreekbare naam (levetiracetam). Dat gaat er zowel rond 9.00 als rond 21.00 uur trouw in, begeleid door een glaasje water. Dat is een regelmaat die ik me snel eigen heb gemaakt en waar ik ook geen moeite mee heb. Die medicatie is er immers op gericht om herhaalaanvallen te voorkomen. En dat lukt tot dusverre prima. Ik sta er eigenlijk geen moment van de dag bij stil dat ik epilepsie heb, wíl dat ook niet. Sterker nog: ik doe eigenlijk álles wat ik voor die bewuste 29ste september óók deed, uitgezonderd autorijden dan. En ik ben heel matig met alcohol, trakteer mezelf af en toe op een klein glaasje port. Mede door een iets doordachter leefpatroon (meer lopen en fietsen, meer fruit, sap en water) ben ik ook een kilootje of 10 lichter dan een jaar geleden. Dat scheelt weer een goed voornemen 😉

Met de jaarwisseling in zicht ben ik wél na aan het denken over de manier waarop ik de mensen om mee heen mijn beste wensen toe gaan doen komen. Dat deed ik voorheen eigenlijk niet echt. Het was vaak een soort van verplicht nummer: drie kussen of een handdruk uitwisselen en daarbij dan iets mompelen in de trant van ‘de beste wensen’, ‘gelukkig nieuwjaar’ of dat klassieke ‘zalig nieuwjaar’. Ik wil mijn naasten en geliefden graag vooral een GEZOND 2018 toe gaan wensen. Omdat gezondheid nu eenmaal een broos goed is, wat een forse invloed kan hebben op het toegewenste geluk. Oké: zonder geluk vaart niemand wel, maar zonder gezondheid al helemaal niet … En dan koester ik me in de gedachte dat ik er eigenlijk wel weer goed bovenop ben gekomen. En dat je met dat stempeltje ‘epilepsie’ ook gewoon nog lang en gelukkig kunt leven. Dat voorrecht is, ook in mijn omgeving, niet iedereen gegeven geweest het afgelopen jaar. En dat dwingt me tot relativeren. Want er zijn dus veel ergere dingen dan twee keer per dag een pilletje slikken.