Ik lees de krant. Zes dagen per week. Op papier. Het Brabants Dagblad, om precies te zijn. En dat doe ik al sinds jaar en dag, als abonnee. Ergens besef ik dat ik daarmee misschien wel tot een uitstervend ras behoor. Wie neemt er nu het nieuws nog van papier tot zich? En ik besef ook wel dat de digitale nieuwsgaring natuurlijk vele malen sneller gaat. Niet voor niets heb ik op mijn mobiele telefoon de apps van de Volkskrant, het AD, de Telegraaf én … het Brabants Dagblad staan. Maar die papieren krant uit de brievenbus in onze Vughtse voordeur zien steken: dat is voor mij een niet meer weg te denken onderdeel van mijn ochtendritueel geworden.
We hebben het er een tijdje terug wel eens over gehad, mijn liefhebbende echtgenote en ik. Zij vroeg zich af of we dat abonnement nog wel aan moesten houden. Kost immers tussen de 300 en 400 euro per jaar. Da’s toch een maandje boodschappen doen, om het maar ergens mee te vergelijken. En het gros van het nieuws dat je ’s ochtends leest, heb je de dag of de avond daarvóór ook vast al ergens voorbij zien of horen komen. En toch zag ik nog altijd wel een meerwaarde in het lezen van de papieren krant. Wij propageren namelijk in huis het credo ‘geen telefoons bij het eten’. En ik vreesde met enige vreze dat, als we géén krant zouden hebben om ’s ochtends te delen, de verleiding van het schermpje toch wel erg groot zou worden. Zeker bij mezelf – noem het maar beroepsdeformatie 😉 – maar ook bij onze beide pubers van 15 en bijna 11. Waarvan de oudste nu nog elke ochtend braaf het wereldnieuws tot zich neemt en de jongste in elk geval de pagina met de strips wil zien.
Laten we deze week nu twee dagen géén krant in de brievenbus hebben ontvangen. Op maandag en op vrijdag. En dat voelt toch als van een koude kermis thuiskomen, als je iets na kwart voor 7 met je slaapdronken hoofd de trap komt afstommelen. ‘Huh, geen krant?’ Even wat vloeken mompelen en dan maar richting keuken. Ontbijt maken … én de telefoon aanzetten. Om te kijken of er ’s nachts nog iets belangrijks gebeurd is. Beroepsdeformatie, had ik dat al gezegd? Twee keer in een week, da’s nét iets meer dan een mens kan hebben. En dus maar gebeld met de klachtenlijn van de uitgever. Vroeger – ja, we worden oud – kreeg je dan de krant keurig later op de dag nabezorgd. En werd de bezorger van dienst waarschijnlijk vermanend toegesproken. Tegenwoordig krijg je een bandje, met de melding dat bij de volgende factuur één dag in mindering zal worden gebracht. En de toevoeging dat je voor het nieuws óók terecht kunt op de website. Dat stuit me tegen de journalistieke borst. Het klinkt misschien heel truttig, maar als ik voor een krant betaal, dan wil ik ook een krant.
Graven de papieren media op deze manier hun eigen graf? Wie het weet mag het zeggen. Maar ik ga dit in elk geval even onthouden, voor als er straks in december weer iemand met de beste wensen namens ‘uw bezorger’ op de stoep staat. Voor komende week hoop – nee: réken – ik weer ‘gewoon’ op zes kranten. Van maandag tot en met zaterdag. En anders wordt het toch écht: Dag blad!