Daf-NEE!

Zou Kika van Bergen en Henegouwen wel hebben kunnen slapen, de nacht ná haar 100 meter van vorige week vrijdagavond in Wageningen? Dat vroeg ik me af. Want de Phanos-atlete, tevens een begenadigd verspringster, finishte daar als tweede op de 100 meter, op slechts 21-honderdste van … Dafne Schippers. Dafne Schippers! Gezegend met een pr van 10,81, tweevoudig Europees kampioene, veelvoudig Nederlands kampioene en al jaren een échte wereldtopper. Oké: ze liep met 0,6 meter tegenwind per seconde 11,71. En Kika dus 11,92. Maar tóch. Het zal je maar gebeuren.

U begrijpt dat deze Ton-praat niét over Kika van Bergen en Henegouwen gaat, maar over Dafne Schippers. De 28-jarige Utrechtse is commercieel gezien misschien wel de meest interessante Nederlandse sportvrouw van allemaal. Ze neemt het, als gewoon Hollands meisje, immers op tegen al die sprintkanonnen uit de VS, Jamaica en andere erkende bolwerken. En dat doet ze met succes, getuige haar indrukwekkende erelijst en tijden, waarvan ik tijdens mijn actieve sprintcarrière alleen maar kon dromen. Maar eh: wat doet zo’n wereldtopper op een vrijdagavond in Wageningen? Dat werd een paar dagen later pijnlijk duidelijk in een verhaal van de hand van Eline van Suchtelen in de Volkskrant. De kop boven dat artikel was veelzeggend: Contract jaagt Schippers met rugblessure de baan op. Ik was – nee: bén – er oprecht door gechoqueerd.

Eerlijk is eerlijk: zó vaak zien we Schippers niet meer in eigen land lopen, als wereldwijde sprintvedette. Ik mocht haar tijdens het NK in haar eigen Utrecht van dichtbij bewonderen en vond dat ze er in jaren niet zo strak en soepel uit had gezien. Niet meer dat wat hoekige, maar juist vloeiend en gemakkelijk lopend. En afgetraind. Helaas was er haar rug die roet in het eten wierp, waardoor ze op ‘haar’ 200 meter niet nóg een keer in actie kon komen. In de weken daarná waren er een paar kleine wedstrijdjes, waar ze deed wat van haar verwacht wordt: winnen. Want dat is de last die een topatlete met zich meedraagt, zeker in een kritisch sportland als Nederland. Tweede plaatsen tellen niet. En natuurlijk won Dafne de 100 meter in Wageningen én deed ze dat een dag later bij de Gouden Spike in Leiden nog eens dunnetjes over.

Het onderbouwde Volkskrant-verhaal repte over de noodzaak, waardoor een niet geheel fitte topsprintster tóch moest gaan lopen. Heel simpel: geld. Want de kledingsponsor vraagt van zijn atleten m/v minimaal 10 wedstrijden per jaar. Lopen ze die niét: dan volgen er financiële consequenties. En die wil je er als professioneel atlete niet bij hebben, zeker niet in een jaar waar corona toch al zijn sporen na heeft gelaten. Grote wedstrijden gingen niet door en de wedstrijden die wél doorgingen hadden aanmerkelijk minder geld over voor al die grote namen. En dat voelt dus ook Dafne Schippers in haar portemonnee. Ondanks de deelname in Wageningen en Leiden komt ze helaas echter niét aan het beoogde aantal wedstrijden. Haar rug dwarsboomt een start bij de Diamond League in Doha. En dus zijn de inspanningen in eigen land feitelijk voor niets geweest.

Mijn sporthart huilt. Want hoezéér ik dit jaar ook heb genoten van de opkomst van Femke Bol, Lieke Klaver, de 400 meterlopers én Mike Foppen: er is maar één Dafne Schippers. En die gun je op haar 28ste nog een aantal mooie jaren. Nee, ze hoeft écht niet á la Merlene Ottey tot op hoge leeftijd door te sprinten. Maar ze moet de Olympische Spelen van komend jaar én die van vier jaar daarná nog gemakkelijk kunnen halen. En daar op het allerhoogste niveau kunnen presteren. Ik hoop oprecht dat dat ook gebeurt. En dat Dafne, onze Queen of the Track, zich niet door het grote geld laat verleiden om risico’s met haar gezondheid te nemen. Daarom roep ik hier hardop: Daf-NEE! Doe het niét. Kies voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Want ik ben er 100, nee: 200 procent van overtuigd dat er ook ná jouw actieve sprintcarrière een wereld voor je open ligt. Als spreker, inspirator, analist, coach of … als moeder. En daar kan toch geen geld tegenop …?