Een avondje Mart

Als je mij een paar decennia terug had gevraagd wat ik later, als ik groot was, wilde worden, was de kans aanzienlijk geweest dat ik had geantwoord: ‘Mart Smeets.’ Dé Mart. Sportjournalist. Presentator. Schrijver. Sport- en muziekliefhebber. Groot, scherp, bij vlagen cynisch. Iemand van wie ik alle boeken die hij schreef heb … gehad. En man: wat schreef hij veel. Er ging jarenlang geen feestdag voorbij of er lag wel weer een nieuw boekje van hem bij de Bruna. Ik kocht ze allemaal. Niet als ‘fan’ – daar doe ik eigenlijk niet aan – maar gewoon, omdat ze zo prettig weg lazen. Mijn vrouw heeft er de afgelopen jaren nog de nodige euro’s aan verdiend, aan het doorverkopen van de complete collectie op de jaarlijkse Vrijmarkt in Vught.

In datzelfde Vught zat ik gisteravond in de zaal van het lokale theater: De Speeldoos. Op rij 6, mooi in het midden. Op het podium: Mart Smeets. Himself. Voor iets wat als een ‘theatercollege’ was geafficheerd. Ik had geen idee wat ik daarvan moest verwachten, maar twijfelde geen moment toen theatervriend Ron me vroeg of ik zin had om met hem mee te gaan. Om me heen: zo’n 100 andere belangstellenden, waaronder heel wat voor mij bekende gezichten. Allemaal met zo’n gevoel van: wat zou ie gaan doen? Het bleek een voorstelling zónder pauze te worden, die uiteindelijk dik anderhalf uur zou duren. Het begon allemaal met een prachtig zwart-wit filmpje van Francoise Hardy, een soort zingende Brigitte Bardot. Daarna betrad de inmiddels 71-jarige Smeets het podium, waar ik zélf ook regelmatig als presentator heb gestaan. Na een klaterend applaus vroeg hij zich af of de zaal nu klapte voor die oude man of voor dat lekkere wijf … Zelfspot, een karaktertrek die hem door de decennia heen op de been moet hebben gehouden. We gingen er eens goed voor zitten.

Wat volgde was een op het oog tamelijk willekeurige bloemlezing uit zijn rijke carrière als sportjournalist en presentator. Het begon met een ronkend eerbetoon aan Fanny Blankers-Koen, dé atlete van de 20ste eeuw, wereldwijd! Smeets onderstreepte nog maar eens haar ongekende grootheid, als baanbrekend fenomeen voor de vrouw in de topsport. Vervolgens kwamen andere grote namen voorbij. De Zweedse tennisser Stefan Edberg, waarover een prachtige anekdote van de U.S. Open werd gedeeld. Diens schaatsende landgenoot Thomas Gustafsson, met een verhaal over het buiten de gebaande paden treden. En uiteraard zevenvoudig Tourwinnaar Lance Armstrong, de sporter die bij Smeets waarschijnlijk de meeste littekens heeft achtergelaten door hem stelselmatig voor te liegen en daar nooit zijn excuses voor te maken. Iets wat een andere notoire bedrieger, Michael Boogerd, wél gedaan blijkt te hebben. De verhalen werden afgewisseld met de favoriete muziek van Mart. Van ‘The Pretender’ van Jackson Browne – dat ze op zijn begrafenis moeten draaien – via het prachtige ‘Hey Man’ van Zucchero en Eric Clapton tot de schitterende afsluiter ‘God only knows’ van de Beach Boys, een eerbetoon aan zijn vrouw.

De tijd vloog voorbij in een aangenaam intieme setting, waarbij het zaallicht aanbleef. Het publiek – veel 40+ en ouder – genoot van de onderhoudende manier waarop de oud-basketballer zijn verhalen deelde. Niet belerend, maar prettig toegankelijk en bij vlagen ook met interactie richting publiek. Na afloop, terug in de foyer, resteerde het gevoel dat hij waarschijnlijk een hele week lang van dit soort colleges kon geven, met elke avond weer andere verhalen en fragmenten. Iets wat hij overigens niet zal gaan doen. Want Mart Smeets hoéft op zijn 71ste niet meer zo nodig, iets wat zijn impresario ook wel beseft. In het najaar doet hij nóg zo’n theatercollege, in Heerlen. En er zullen er misschien nog wel een paar volgen. Maar dat is genoeg. Voor mij restte aan het eind van de avond de conclusie dat ik dan weliswaar geen Mart Smeets ben geworden, maar dat ik méér dan tevreden ben met wat ik wél ben geworden: Ton de Kort. Journalist. Presentator. Sport- en muziekliefhebber. Groot, scherp en bij vlagen cynisch. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik …