Bosch bakkie

‘Ik ben een gebruiker … zonder de suiker’. Nol Havens zong het decennia geleden al, in zijn loflied op één kopje koffie. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het voor mij niet bij één bakkie blijft. Maar ik drink mijn koffie tegenwoordig wél in stijl. Jheronimus Bosch stijl om precies te zijn.

Voordat ik voor mezelf begon, werkte ik ruim vijf jaar voor een uitgever annex beursorganisator onder de rook van Eindhoven. Goh, wat hebben we daar de koffie vervloekt. Met name toen die nog uit een automaat van de grootste koffieboer van Nederland kwam. Die prut was niet te hachelen. Het voelde als zelfkastijding, ongeacht voor welke variant je koos. Toch bleef ik dagelijks trouw mijn bakjes wegkantelen. Drie, vier, vijf. Je moest toch iets om de dag door te komen. En nee: thee drinken is voor mij geen optie. In die jaren moet ik dan ook soort Tikkel zijn geworden: wit van buiten, zwart van binnen.

Heel even leefden we op, toen er een andere koffie-automaat op de gang kwam, van een andere leverancier bovendien. En eerlijk is eerlijk: die koffie was ook beter, zelfs toen de werkgever besloot dat er ook best bonen van de Hema in konden worden gekieperd. Het moet in die dagen zijn geweest dat ik me voornam om, als ik later groot was, goede koffie te gaan drinken. Voortbordurend op die gedachte besloten we thuis de filterkoffie gedag te zeggen en een bonenmachine aan te schaffen. Dat beviel direct prima, al was het even zoeken naar de perfecte koffieboon. De zak bonen die ik ooit in een goodie bag van een klant mee had gekregen kwam nog het dichtst in de buurt. Maar die bonen bleken niet aan particulieren verkocht te worden.

En toen … liep ik ineens een ambachtelijk koffiebrander tegen het lijf. Een toevallige ontmoeting op een open dag op Fort Isabella, in mijn eigen Vught – of all places – leverde me zowaar een eigen koffieblend op, waarvan ik sinds medio vorig jaar dan ook met de regelmaat van de klok een paar pondjes ga halen. Drie verschillende soorten bonen door elkaar geven ‘onze koffie’ (speciaal gebrand voor Ton de Kort, staat er op de zak) precies de smaak die we zoeken. En dus vliegen de koppen koffie er tijdens mijn thuiswerkdagen onverminderd met plezier in. En laat die koffiebrander nou óók nog eens degene zijn, die de officiële koffie voor het feestjaar rondom de 500ste sterfdag van Jeroen Bosch mag branden … Daarom drink ik nu mijn Jhero coffee (het beestje moet immers een internationaal aansprekende naam hebben) uit een fantasierijk versierde Jheronymug (een fraaie verbastering van de voornaam van de grote schilder). Ik heb altijd al een hekel gehad aan een Haags bakkie, maar van dit Bosch bakkie geniet ik elke keer weer met volle teugen. En met zoetjes 😉