Basket-bral

Ik houd wel van basketbal. Mooi spelletje, snel, met het nodige spektakel, kortom: leuk om naar te kijken. Niet voor niets spelen zowel mijn vrouw als mijn beide zoons actief basketbal. Vrouwlief bij de oudere dames van JRC in Boxtel, de jongens bij de lokale vereniging Octopus. En als we dan eens naar écht topbasketbal willen kijken, ligt De Maaspoort in Den Bosch – home of the Shooters – lekker dichtbij.

Den Bosch profileert zich graag als dé basketbalstad van Nederland. Niet ten onrechte, gezien de prachtige resultaten uit het verleden. Maar zoals we allemaal weten: resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. Laat staan voor het heden. En dus hingen er na vorig seizoen, het jaar waarin ik voor het eerst een seizoenkaart voor de – toen nog – SPM Shoeters kocht, donkere wolken boven de Bossche basketbaltrots. Het zag er zelfs even naar uit dat het einde verhaal zou zijn voor het professionele basketbal in de Brabantse provinciehoofdstad.

Dat liep – gelukkig – anders. Er kwam een last-minute overname van de club door een gelouterde sportmarketeer, die besloot Shooters (de e was met tegelijk met voormalig sponsor SPM Shoes & Boots verdwenen) als een bedrijf te gaan runnen. Zoals dat in Amerika heel gewoon was. Het zou allemaal goed gaan komen, beloofde de nieuwe eigenaar. Ik besloot dus mijn seizoenkaart te verlengen en weer een jaartje op donderdag- of zaterdagavond mijn plekje achter één van de beide baskets in te gaan nemen, samen met maatje Coen. We waren ons er terdege van bewust dat er wat spelers vertrokken waren, dat zelfs de jonge Kees Akerboom langzaam oud begon te worden en dat er (nog) geen Amerikanen speelden. Maar het zou allemaal goed komen, toch?

De eerste thuiswedstrijd, tegen regerend kampioen Donar – er gaat immers niets boven Groningen – zagen we de diverse minpuntjes dan ook positief door de vingers. Zoals het feit dat er nog geen nieuwe seizoenkaarten waren, dat er geen programmaboekje was met de namen van de – deels onbekende – spelers en dat het logo van de oude sponsor niet goed was afgeplakt op de wedstrijdvloer. Erg druk was het ook al niet – zeker op onze tribune niet – maar het spel gaf zowaar vertrouwen. Halverwege één puntje achter, om uiteindelijk toch royaal te verliezen. Maar wel van de kampioen. En er was een Amerikaan, maar die zat nog in trainingspak op de tribune.

Bijna twee weken later bleek de nieuwe organisatie de zaakjes inderdaad al een stuk beter op orde te hebben. De nieuwe seizoenkaarten waren klaar. Er was een programmaboekje, het oude sponsorlogo was nu wél keurig afgeplakt en er zat ook aanmerkelijk meer publiek binnen. Er bleven echter wel wat minpuntjes over. De genoemde Amerikaan speelde nog steeds niet mee, na de mascotte bleken nu ook de cheerleaders verdwenen en … er stond een schreeuwlelijk met een microfoon op de vloer. Met een sterk West-Nederlands accent was deze man neergezet met één missie: het publiek ‘opklooien’, zoals atletiek event presentationmanager Frans van Berlo het zo mooi noemt. En daar ging het mis …

Met een veel te hoog volume meldde de heer in kwestie ons dat de punten vandaag in Den Bosch zouden blijven. Hij riep ons op om achter ons team te gaan staan en gaf en passant een aanmoedigingskreet ten beste: ‘Den Boooosch baas-ket-baaaaal’. Daarna bleef het oorverdovend stil in de toch best aardig gevulde Maaspoort. ‘Kan ik die seizoenkaart nog annuleren?’, hoorde ik achter me iemand vragen. Het Bossche basketbalpubliek liet zich door dit vertoon van basket-bral niet verleiden. Iedereen weet ook dat de vaste aanmoedigingskreet ‘Heya Den Bosch’ is. En dat die wordt ingezet vanaf de hoofdtribune, boordevol échte Bosschenaren. Wanneer ZIJ vinden dat de tijd daar rijp voor is. En dus ging de spreekstalmeester genadeloos af.

Hij probeerde het in het vervolg van de wedstrijd – toen de Shooters ruim voorstonden tegen opponent Zwolle – nog een paar keer manmoedig. ‘Den Boooosch baas-ket-baaaaal’. Maar hij bleef een roepende in de woestijn. En ondertussen zagen wij Zwolle ook nog eens steeds dichterbij komen. En toen … rolde het ‘Heya Den Bosch’ van de tribunes. Zoals het hoort. En ging het publiek achter het team staan. Dat mocht uiteindelijk niet baten. In de laatste twee minuten ging de partij nipt – en onverdiend – verloren. Terwijl we naar de uitgang van de hal liepen, hoorden we nog een stem achter ons aan galmen: ‘Geef ze nog een groot applaus: Den Boooosch baas-ket-baaaaal!’

Beste Bob van Oosterhout: helemaal top wat je doet voor het basketbal in Den Bosch. Ga zo door. Maar kunnen we één ding afspreken: dit nooit meer. Dan ben ik er volgende week donderdag, thuis tegen Amsterdam, gewoon weer bij. Heya Den Bosch!